|
||||||||
|
Dit album betreft live opnamen uit 1987, opgenomen in Universal Jazz Coalition NYC, ze zijn al eerder verschenen in 1989, dit is een heruitgave. Abbey Lincoln werd geboren als Anna Maria Wooldridge (1930 – 2010), ze was jazz zangeres, songwriter en actrice. Ze was lid van de Black Power Movement, hetgeen ze duidelijk laat horen op haar album “We insist, freedom now“ uit 1960, hierop is ook haar latere echtgenoot de fameuze drummer Max Roach te horen. Als bron van inspiratie noemde ze Billie Holiday, dus is het volkomen terecht dat ze dit album met nummers van Billie heeft opgenomen. Ze wordt hier begeleid door Harold Vick op tenorsax, James Weidman op piano, Tarik Shah op contrabas en Mark Johnson op drums. Dat ze zichzelf volledig kan vinden in het repertoire van Billie is duidelijk te horen in de krachtige vertolkingen die ze ten beste geeft. “I just say thank you to Billie with this album, because I can’t imagine what it would have been if she hadn’t been there” aldus Abbey in de hoestekst. De zeggingskracht van beide zangeressen is vergelijkbaar, maar het timbre is behoorlijk verschillend, het breekbare en doorleefde geluid van Billie is volledig verschillend van het harde, bijna agressieve geluid van Abbey, maar de overtuiging blijft toch op zijn minst gelijkwaardig. Hun uitgangspunt is identiek, strijden tegen het bizarre verschil in de behandeling tussen blank en zwart, een van de grootste muzikale aanklachten hiertegen is het iconische nummer “Strange Fruit”, de wrange omschrijving van het gedicht Bitter Fruit van dichter Abel Meeropol dat hij publiceerde onder het pseudoniem van Lewis Allen, het vergelijkt het lynchen van zwarte Amerikanen met het oogsten van fruit. Helaas heeft het nummer zijn actualiteit nog niet verloren, denk maar aan de moord op George Floyd door een witte politie agent en tientallen gelijkaardige gevallen. Zo staan er diverse nummers op dit album die je onmiddellijk verbindt met Billie Holliday zoals “Lover Man”, “These foolish things” en “What a little moonlight can do”. Met dit laatste nummer begint het album, zoals je de stem van Billie onmiddellijk herkent, hetzelfde kan gezegd worden van Abbey Lincoln met haar typerende frasering, de begeleiding is subtiel en houdt zich op de achtergrond. In “I only have eyes for you” is er meer solo ruimte voor het fraaie saxofoon geluid van Harold Vick. “Gloomy Sunday” krijgt een bijzonder aangrijpende vertolking met tromgeroffel en een zoemende bas, heel aangrijpend. Datzelfde kan gezegd worden van de indrukwekkende uitvoering van “Strange Fruit”, heel aangrijpend, ter herinnering hier de eerste regels : “Southern trees bear a strange fruit, Blood on the leaves and blood at the root, Black bodies swinging in the Southern breeze, Strange fruit from the poplar trees”. Ook “Loverman” is Abbey op het lijf geschreven, de uitvoering is dan ook navenant, excellent ! Het wonderschone “Soul Eyes” is een instrumental waarin alle muzikanten de ruimte krijgen om te soleren. Het nummer werd geschreven door Mal Waldron die jarenlang de pianist was van Billie Holiday en dat zal de reden zijn dat het nummer op dit album staat. Het laatste nummer is wederom een instrumental “I’ll Wind” van Harold Arlen. Een geweldig album, hulde dat het is heruitgebracht in de serie enja jazz classics, het zal alles te maken hebben met het feit dat in 1971 Matthias Winckelmann en Horst Weber met een verhoudingsgewijs klein budget een platenfirma stichtten : Enja Records, dat dus inmiddels 50 jaar bestaat. Jan van Leersum.
|